Elk beleidsplan, ongeacht welk bestuursniveau het opmaakt, bestaat verplicht uit drie delen:
1. Een strategische visie
Die beschrijft waar de gemeente de komende decennia op ruimtelijk vlak rond wil werken. Het gaat dan om het formuleren van een eerder beknopte stip aan de horizon, een langetermijnvisie in ruimtelijke ontwikkeling, waarrond de komende opeenvolgende gemeentebesturen zullen werken. Ongeacht hun politieke samenstelling van het orgaan dat uitvoering zal geven aan het plan.
Het beperken van de bijkomende ruimte-inname voor mensen tot nul hectare per dag tegen 2040, de fameuze bouwshift, is een voorbeeld van een strategische visie. De strategische visie kan niet worden opgeheven, wel kan ze geheel of gedeeltelijk worden herzien.
2. Beleidskaders
Minstens één, maar waarschijnlijk meerdere beleidskaders. In zo’n beleidskader wordt thematisch of gebiedsgericht beschreven hoe de strategische visie, en dus de vooropgestelde gewenste ruimtelijke ontwikkeling, wordt verwezenlijkt.
Een beleidskader is niet per se legislatuurgebonden, maar de methodiek van de beleidsplanning laat wel de mogelijkheid dat opeenvolgende besturen op een andere manier uitvoering geven aan de realisatie van de strategische visie. Een beleidskader kan daarom gedurende de looptijd van de strategische visie meerdere keren wijzigen.
Bijvoorbeeld: de strategische visie vermeldt dat de ruimte-inname naar nul hectare per dag moet dalen. De manier waarop dat bereikt wordt, wijzigt evenwel per legislatuur. Beleidskaders kunnen integraal opgeheven worden, al moet er altijd minimaal één overblijven. Beleidskaders kunnen ook geheel of gedeeltelijk worden herzien.
Zoals aangehaald dient er minstens één beleidskader te zijn. Als een gemeente bijvoorbeeld van mening is dat een beleidskader van de provincie of het gewest voldoende houvast biedt om een eigen gemeentelijk ruimtelijk beleid te voeren, dan kan ze ervoor opteren over dat thema geen beleidskader op te maken of het beleidskader eerder beknopt te houden.
3. Acties
Welke acties nodig zijn om de beleidskaders daadwerkelijk uit te voeren. De beleidsacties zijn een overzicht van engagementen van de overheid zelf én hun partners: andere overheden, burgers, bedrijven en het middenveld. In ons voorbeeld over de bouwshift zou een actie dan kunnen zijn dat aangegeven wordt welke niet-bebouwde woon(reserve)gebieden door een planinitiatief geschrapt worden.
Tot slot: de opmaak van een beleidsplan wordt natuurlijk best onderbouwd aan de hand van onderzoeksrapporten. Als het er eenmaal is, wordt het gemonitord zodat periodiek de stand van zaken van de realisatie weergegeven wordt, met het oog op een eventuele bijsturing.