Kwaliteitsvolle en positieve interacties in een rijke en stimulerende omgeving zijn cruciaal voor kinderen in ontwikkeling. Een krachtig kind ontwikkelt in een stimulerende context: in interactie met anderen (kinderen én volwassenen) en in een ondersteunende omgeving (ruimte en materialen).
Ook het beleid zet kwaliteitsvolle interactie als hefboom steeds meer centraal:
- De dimensies emotionele ondersteuning, educatieve ondersteuning en omgeving binnen het zelfevaluatie-instrument MeMoQ illustreren dit voor de opvang van baby’s en peuters (Declercq, Janssen, Daems, Hulpia, Van Cleynenbreugel, Laevers, & Vandenbroeck, 2016).
- In het beroepsprofiel voor leraren is er een duidelijk spoor naar het belang van kwaliteitsvolle interacties in de klas: de leraar als begeleider van leer- en ontwikkelingsprocessen én de leraar als opvoeder (Aelterman, Meysman, Troch, Vanlaer, & Verkens, 2008).
- In het voorstel decreet voor de organisatie van buitenschoolse opvang en activiteiten, wordt het belang van kwaliteitsvolle interacties tussen medewerkers en kinderen letterlijk benoemd als minimale kwaliteitsvoorwaarde (Schryvers, Jans, Saeys, De Meulemeester, Jans, & Wouters, 2019).
- Uit onderzoek blijkt dat een kwaliteitsvolle interactie tussen volwassenen en jonge kinderen duidelijk positieve effecten heeft op de ontwikkeling van kinderen, ook op latere leeftijd (o.a. van IJzendoorn, Dijkstra, & Bus, 1995; Zink & Smessaert, 2009). Zeker voor kinderen uit kansengroepen kunnen kwaliteitsvolle interacties een groot verschil uitmaken op lange termijn (Leseman, 2009; NCKO, 2011).