Dertig minuten na hun geboorte kunnen baby’s al gezichtspatronen zien. Vanaf 6 weken herkennen ze het gezicht van hun moeder door te kijken naar de verhouding tussen haar ogen, neus en mond. Vanaf 2 maanden kijken baby’s het liefst naar gezichten. Als ze 5 maanden oud zijn, zien ze het verschil tussen verschillende uitdrukkingen op het gezicht van volwassenen en schatten ze de emotionele lading van die uitdrukkingen in.
Dat baby’s dit alles kunnen, is opmerkelijk. Hun gezichtsvermogen is nog niet ontwikkeld. Bij hun geboorte zien ze dertig keer minder dan een volwassene. Kleuren zien ze nauwelijks, basisvormen kunnen ze niet uit elkaar houden en scherpstellen op dingen die ver weg of net heel dichtbij zijn lukt nog niet. Baby’s kunnen hun ogen ook nog niet zo snel en soepel bewegen als volwassenen. Vaak fixeren ze zich lang op één detail. Hoe komt het dan dat baby’s toch in staat zijn om verschillende gezichten waar te nemen en te herkennen? En hoe kunnen ze op 5 maanden al emoties onderscheiden?
In het boek Babykunde leggen we uit wat recente wetenschappelijke studies hierover ontdekt hebben. De volgende thema's worden in de publicatie behandeld:
- Huilen (3- 4 maanden)
- Gezichten en emoties herkennen (5-6 maanden)
- Imiteren en voorspellen (7-9 maanden)
- In gesprek gaan met klanken (10-12 maanden)
- Wijzen en vocaliseren (13-15 maanden)
- Blikken volgen (12-18 maanden)
- Samenwerken (19-23 maanden)
- Vriendschappen (vanaf 18 maanden)
Je kunt elk thema afzonderlijk bekijken. De volgorde is willekeurig. We werken elk thema uit voor een specifieke leeftijdsgroep. Elk thema begint met een onderzoeksverhaal. Daarin bespreken we één of meerdere recente onderzoeksprojecten. Je kunt alleen de inleiding lezen die de onderzoeken samenvat, of het volledige verhaal.