Het gaat altijd over veranderingen ten opzichte van het gewoonlijk gestelde gedrag! De cruciale vraag is: kon deze persoon deze vaardigheid vroeger, of niet?
Ondersteun je oudere personen met ernstig of diep een verstandelijke beperking, denk dan eerst even na over hun ‘typisch’ gedrag. Hier is bijvoorbeeld veel meer non-verbale taal aanwezig. Een aantal symptomen die bij mensen zonder of met een licht verstandelijke beperking zouden wijzen op dementie, zijn bij deze doelgroep levenslange kenmerken. Denk maar aan geheugenproblemen of moeizaam vooruit kunnen plannen of ... De vraag is: hoe gaan deze ‘achteruit’, wat ‘verandert’ er?
Dat wil ook zeggen dat we best voor het optreden van symptomen een goed beeld hebben van de vaardigheden van cliënten, specifiek van de cognitieve en adaptieve vaardigheden die bij dementie vaak zijn betrokken. Ze moeten in een basis- begeleidingsplan staan. Als je niet goed heb gedocumenteerd wat de vaardigheden van mensen zijn én die dossiers niet bijhoudt en aanvult, heb je geen vergelijkingsbasis.
Het betrekken van ondersteuners die de persoon zeer goed kennen en goed kunnen ‘lezen’ is cruciaal.
Daarnaast is een basislijn-meting met dementiespecifieke vragenlijst zeer belangrijk! Wanneer? Ten laatste voor de persoon 50 jaar wordt. Voor mensen met downsyndroom of een ernstig-diep verstandelijke beperking op 35 jaar. Zo kan je achteruitgang objectief maken. Dan nog moet je andere oorzaken uitsluiten, want ook die kunnen aanleiding zijn voor deze symptomen.
Wil je meer te weten komen? Lees dan Dementie bij mensen met een verstandelijke beperking (werkboek)
Of vraag een vorming aan: https://infocentrum.dementie.be/product/concept-dementie-en-een-verstandelijke-beperking-in-company/
