De meest productieve manier is door zelfevaluatie. Als leerlingen een vraag stellen om feedback te krijgen, kaatsen we als leerkracht soms de vraag terug: ‘Wat vond je er zelf van?’.
Bij kinderen kan het erg bedreigend overkomen om al onmiddellijk eigen werk te evalueren. Een goede start kan zijn een anoniem stukje te nemen en hen te laten formuleren wat ze ervan denken. Daarna kunnen ze klasgenoten en, in de laatste fase, zichzelf evalueren. Een eenvoudige benadering is ‘positief, negatief, interessant’.
Ze bekijken dan hun afgewerkt product en benoemen drie zaken. Op die manier werk je aan hun taalontwikkeling en wordt het voor hen duidelijk waaraan ze zullen moeten werken. Op kwaliteitsniveau zou je leerlingen kunnen vragen wat ze anders zouden doen mochten ze de taak mogen overdoen. Zo ontwikkel je hen tot een kritische vriend en worden ze ook minder afhankelijk van de feedback die anderen geven.
Feedback door de leerlingen zelf, door medeleerlingen of leerkrachten is een krachtig middel om de leerlingen te engageren, om hen meer betrokken te maken bij klasactiviteiten en bij hun eigen leerproces. In de praktijk zien we dat leerkrachten de desinteresse bij leerlingen kunnen ombuigen.
We zien in de klaspraktijk dat heel wat leerkrachten peer feedback organiseren, maar als we kijken naar de kwaliteit ervan, moeten we vaststellen dat die soms te wensen overlaat. Leerlingen kregen vaak niet aangeleerd om dit op een gedegen manier te doen, spreken zich eerder oppervlakkig uit over het te beoordelen werk, laten zich leiden door vriendschappen in de klas, enz. Vaak komen ze er niet toe om relevante feedback te geven waar de andere leerling iets aan heeft om door te groeien. Nochtans is het een waardevol middel om de planlast van de leerkracht te verlichten als het goed wordt uitgevoerd.
Er moet een veilig leer- en leefklimaat zijn in de klas, willen we spreken over partners in succes bij het geven van feedback. Leerkrachten kunnen hier een grote rol in spelen door geschikte peers samen te zetten, die zo kunnen functioneren als succespartners voor elkaar. Deze partners moeten gesteund worden door de leerkracht, bevestiging en extra oefening krijgen wanneer zaken wat minder goed gaan. De feedback, die soms bestaat uit ‘high fives’ en duimen omhoog, creëert een positief netwerk in de klas.
Het communiceren of het samen creëren van doelen is een belangrijk uitgangspunt voor leren. Als de leerlingen deze doelen kennen, kunnen zij die ook gebruiken voor zelfreflectie of om elkaar feedback te geven.
Lees het allemaal in deze publicatie.