Inspelen op de natuurlijke interesse voor het (eigen) verleden
Het vertellen van verhalen die zich in het verleden afspelen, wakkert de nieuwsgierigheid van kinderen aan voor wat vroeger gebeurde. Het maakt het mogelijk belangrijke tijdsbegrippen te introduceren en te herhalen: vroeger, nu, ervoor, erna, lang geleden enz. Geleidelijk aan leren de kinderen dat er al (heel) lang voor zij er waren, mensen leefden en dat de wereld er in het verleden heel anders uitzag.
Kinderen van de eerste graad zijn nog sterk ik-gericht. Dit wenden we aan om de natuurlijke interesse voor het eigen verleden aan te wakkeren. Aanvankelijk laten we kinderen vrij vertellen over stukjes eigen verleden. Later doen we dit meer gestructureerd aan de hand van de levenslijnen. Voor het vrij vertellen kunnen we gebruikmaken van methodieken als ‘breng een voorwerp van vroeger mee en vertel erover’ of ‘museum van mezelf’
[5] Zie verder in hoofdstuk 7 ‘Inspirerende methodieken historische tijd’.