Hoofdstuk 1: Toepassingsgebied
§ 1. In de zin van deze wet wordt als privé-detective beschouwd elke natuurlijke persoon die gewoonlijk, al of niet in ondergeschikt verband, tegen betaling en voor een opdrachtgever activiteiten uitoefent bestaande uit
1° het opsporen van verdwenen personen of verloren of gestolen goederen;
2° het inwinnen van informatie omtrent burgerlijke stand, gedrag, moraliteit en vermogenstoestand van personen;
3° het verzamelen van bewijsmateriaal voor het vaststellen van feiten die aanleiding geven of kunnen geven tot conflicten tussen personen, of die aangewend kunnen worden voor het beëindigen van die conflicten;
4° het opsporen van bedrijfsspionage;
5° elke andere activiteit bepaald bij een in Ministerraad overlegd Koninklijk besluit.
§ 2. De personen die de in § 1 bedoelde activiteiten uitoefenen uitsluiten