Het levert kostbare momenten op om in zo’n gedeelde ruimte kleine glimpen van vriendelijkheid van vreemden te koesteren. Vreemden wier gelaat geleidelijk aan verandert in het bekende gezicht van lotgenoten. Derde plekken zijn geen plekken om in te nemen, maar om te delen. En dat past precies bij rouw. Want rouw is een diep persoonlijke, maar tegelijkertijd universele ervaring.
Het verlies van een dierbare kan gevoelens van eenzaamheid, verdriet en ontreddering oproepen, en in zulke momenten is het belangrijk om een plek te vinden waar je je welkom en gesteund voelt.
Veel bibliotheken hebben speciale collecties met rouwliteratuur, variërend van poëzie en romans tot ervaringsverhalen en zelfhulpboeken die troost en perspectief bieden. Door deze literatuur zichtbaar en toegankelijk te maken, helpen bibliotheken rouwenden om woorden te vinden voor hun gevoelens en zich minder alleen te voelen in hun proces.
Naast de boeken die handvatten aanreiken om met verlies om te gaan – zoals Rouwen is liefde of Vingerafdruk van verdriet van Manu Keirse en Op afstand nabij van Uus Knops – zijn het de persoonlijke verhalen over afscheid en verlies die onder mijn huid blijven zitten. Ik noem er enkele: Voor het vergeten door Peter Verhelst (herinnering aan zijn overleden moeder), Casper, een rouwboek van Uus Knops (over de vermissing en het verlies van haar broer), Gedachten over rouw van Chimamanda Ngozi Adichie (over het afscheid van haar vader), Contrapunt van Anna Enquist (rouw en ellende gevangen in de Goldbergvariaties van Bach), Paula van Isabel Allende (over het verlies van een volwassen dochter), Tonio van A.F.Th. van der Heijden (over het verlies van zijn zoon door een ongeval) en meer recent Vertroostingen van Dirk De Wachter (over het verlies van gezondheid door kanker).
Ik besef dat ik veel auteurs en kunstenaars tekortdoe door hun prachtige boeken hier niet te noemen. Begeef je naar de bibliotheek, naar de plek waar rouwboeken verzameld staan en neem de tijd om het voor jou gepaste boek uit te zoeken. Is er in jouw bibliotheek een speciale warme rouwplek, dan behoor je tot de gelukkigen. Is die plek er niet, dan kunnen bibliotheekmedewerkers misschien de handen in elkaar slaan om zo’n rouwplek in te richten.
Bibliotheken kunnen een warme, toegankelijke en laagdrempelige ruimte zijn die troost en verbinding biedt en meer dan alleen boeken verschaft. Ze kunnen eveneens een actieve rol spelen in de rouwverwerking door het organiseren van lezingen, lotgenotengroepen en gespreksavonden met rouwexperts of schrijvers die over verlies en verwerking hebben bericht.
Creatieve workshops, zoals dagboekschrijven of kunstzinnige expressie, kunnen een dankbare uitlaatklep bieden voor gevoelens die moeilijk onder woorden te brengen zijn. Hier wens ik het belang van auteurslezingen aan te stippen. Niet alleen kan de organisator een subsidie aanvragen, de auteurslezing geeft een echte meerwaarde. De ontmoeting, het persoonlijke verhaal en het schrijfproces achter het verhaal maken elke lezing uniek. Dat het publiek vragen kan stellen in een intieme setting, maakt de drempel des te lager. Een auteur ontmoeten en praten over boeken maakt een verhaal concreet en zet aan tot lezen. Het is belangrijk dat zo veel mogelijk medewerkers van de bibliotheek inspiratie opdoen en hun enthousiasme delen, wat vaak een wezenlijk verschil bij het aantal uitleningen in de bibliotheek uitmaakt. Ook de samenwerking met middelbare scholen, hogescholen en ouderenorganisaties is een pluspunt.
Dat meer en meer bibliotheken hierop inspelen, mocht ik zelf ondervinden bij de auteurslezingen gerelateerd aan mijn rouwverhalenbundel In mijn hart woont een meeuw, waarna steevast een bespreking met de aanwezigen volgt. De verhalen die daarbij naar boven komen, getuigen van schrijnende, onverwerkte trauma’s, van wat het met een mens doet, het jarenlange taboe, de druk dat op rouwen een deadline staat. Tussen lotgenoten wordt dat taboe vaak doorbroken en kan troost gezocht worden, waar gemis blijft.
In tegenstelling tot veel cafés of andere commerciële plekken waar mensen samenkomen, kan de bibliotheek een gastvrije ‘derde’ plek vormen, waar iedereen die dat wil in zijn of haar eigen tempo contact kan leggen om soortgelijke ervaringen uit te wisselen. Niet iedereen die rouwt, zoekt direct contact of ondersteuning. Soms is een stille, uitnodigende ruimte al voldoende om ongestoord wat te lezen, na te denken of simpelweg even in een andere omgeving te zijn. Dat dit aanspreekt en in een kennelijke behoefte voorziet, blijkt wel uit de vele initiatieven die intussen in menige Vlaamse bibliotheek op dit gebied zijn gestart.
Dit is een fragment uit het boek ‘DERDE PLEK. Thuis in de bibliotheek.’
dat verschijnt in de reeks Wegwijzer bibliotheken en documentatiecentra (VVBAD vzw).